Het kabinet wil een lastenverlichting doorvoeren wat er voor moet zorgen dat werkenden gemiddeld 1,5 tot 3 % in koopkracht bij krijgen. Dat betekend dat werkende huishoudens gemiddeld tussen de € 800,00 en € 2.000,00 minder inkomstenbelasting hoeven te betalen.

Dat schrijft staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën vrijdag in de 'hoofdlijnenbrief' die het kabinet de oppositie in de Tweede Kamer had beloofd na het eerste geheime overleg met vijf oppositiepartijen over de belastingplannen van het kabinet. Zijn brief is een bevestiging van wat de afgelopen dagen al uitlekte. “De plannen kunnen leiden tot 35.000 tot 60.000 extra banen” aldus Wiebes.

Hij schrijft dat het kabinet open staat voor concrete suggesties voor verbetering vanuit de Kamer. Volgende week is er waarschijnlijk een eerste debat in de Kamer met premier Mark Rutte en Wiebes. Daarna wil het kabinet 'in de achterkamertjes' verder onderhandelen. Het kabinet ziet na het gesprek van afgelopen woensdag met de leiders van vijf oppositiepartijen "brede bereidheid om vertrouwelijk verder te overleggen om tot een akkoord te komen'' aldus Wiebes.

Het ziet er nu nog niet naar uit dat in het belastingsysteem een grote vereenvoudiging doorgevoerd wordt door het kabinetsplan, want daarvoor zal eerst het onderzoek over het vereenvoudigen van de zorgtoeval afgerond moeten worden. De opbrengst wat genoemd wordt - van de verhoging van de van de energiebelasting vergroening – zal terug gaan naar het bedrijfsleven.

Uit de brief blijkt dat een vermogensrendementsheffing gebaseerd op ieders daadwerkelijk behaalde rendement heel complex is en voorlopig nog niet uitvoerbaar voor de Belastingdienst. Er ligt nu een alternatief waarbij het rendement per categorie (sparen, aandelen of onroerend goed) eens in de zoveel tijd wordt bijgesteld op basis van de rendementen in de markt.

Over dat - nog altijd fictieve - rendement wordt dan 30 procent belasting geheven, net als in de huidige situatie. Nu wordt alleen standaard uitgegaan van een fictief rendement van 4 procent. Dat kan dus variëren bij de nieuwe heffing.

Bron: NVM